Snellius

Breking van het lichtWillebrord Snellius

Met de smartphone waarop u deze tekst leest, heeft u vast weleens een foto gemaakt. U hebt dan (ongemerkt) gebruik gemaakt van ‘de breking van het licht’, een natuurkundig principe dat voor het eerst werd uitgeplozen door de Leidse hoogleraar wis- en natuurkunde Willebrord Snellius.

Willebrord Snellius

De breking van het licht is de neiging van licht om af te buigen wanneer het – zoals natuurkundigen dat zeggen – ‘overgaat van het ene medium naar het andere’. Dat is een moeilijke manier om te vertellen dat licht bijvoorbeeld van water naar lucht beweegt (of omgekeerd).

Iedereen heeft de breking van het licht weleens in het echt gezien. Je ziet het bijvoorbeeld wanneer je je benen in een zwembad steekt, en het licht dat weerkaatst op je benen dus van water naar lucht beweegt. Kijk je naar je benen in het water, dan lijken deze een ‘knik’ te maken. Datzelfde principe ligt aan de basis van alle lenzen, die op hun beurt weer een belangrijke rol spelen bij alles van het maken van foto’s tot het turen naar verre sterren en planeten door telescopen.

Superster

De natuurwet waarmee de breking van het licht wordt beschreven staat ook vandaag de dag nog bekend als ‘de wet van Snellius’, een wet waar leerlingen tegenwoordig al op de middelbare school mee te maken krijgen. Hij is vernoemd naar Willebrord Snellius, die in 1580 in Leiden werd geboren als Willebrord Snel van Royen.

Zijn vader was al hoogleraar wiskunde aan de universiteit en ook Willebord blonk uit in dat vak. Na zijn studie volgt hij in 1613 zijn vader op als hoogleraar. Hij ontpopt zich al snel tot de wetenschappelijke superster van de dan nog jonge Leidse universiteit. Snellius publiceert over uiteenlopende onderwerpen als zuivere en toegepaste wiskunde, natuurkunde, landmeetkunde, scheepsnavigatie, waterbouwkunde en sterrenkunde.

Naast zijn belangrijke verdiensten voor de natuurkunde, levert Snellius ook een enorme bijdrage aan de landmeetkunde. In 1615 maakt hij al faam met een nieuwe methode om driehoeksmetingen te doen en zo de omtrek en de straal van de aarde te meten. In vergelijking met de huidige metingen zat hij er met zijn minder goede materialen slechts vier procent naast – een enorm knappe prestatie. Daarnaast lukt het Snellius om het beroemde getal pi nauwkeuriger te berekenen, tot op 35 getallen na de komma.

Graf

De lichtbrekingswet ontdekt Snellius in 1621. Vijf jaar later overleed hij. De grafsteen van hem en zijn vrouw is te vinden in de Pieterskerk. Daarop staat te lezen: ‘Hier leggen begraven Mr Willebrordus Snellius, in sijn leven professor matheseos, sterf op den 30 Octobris 1626, en de Maria de Lange sijne huisvrouwe sterf op den 11 Novembrius 1627’

Snellius leeft niet alleen voort dankzij zijn beroemd geworden brekingswet. Het Snelliusgebouw waarin onder andere het huidige Mathematisch Instituut van de Universiteit Leiden huist, is naar hem vernoemd. 

map